de plankier zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ plɑŋ'kir ] Afbreekpatroon: plan·kier Verbuigingen: plankieren (meerv.) vloer van planken buitenshuis Voorbeeld: 'het plankier naast het zwembad' Synoniemen: dansvloer steiger 3 definities...
1) Bevloering 2) Dansvloer 3) Deel van een gebouw 4) Heul 5) Houten bevloering 6) Houten dansvloer 7) Houten vloer 8) Perron 9) Plankenvloer 10) Plankijs 11) Podium 12) Steiger 13) Vloer 14) Vloer met planken 15) Vloer van planken 16) Vlonder 17) Zolder 1) Dansvloer 2) Plankenvloer 3) Steiger 4) Trottoir 5) Vlonder 
bevloering met planken (toon de herkomst via de etymologiebank)
stenen bevloering langs huis of stal, trottoir - Voorbeeld: ‘'t Werd ochtend, 't werkvolk was reeds te been. Magere mannen en bleke vrouwen, hun ketel en etenbeurzen aan de hand, klopten met hun kloefen op de gletse plankieren’
bevloering van planken
eenvoudige houten steiger.