de plankzeiler zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: plank·zei·ler Verbuigingen: plankzeilers (meerv.) Verbuigingen: plankzeilertje (verkleinwoord) een sporter die op een surfplank met daarop een zeil de branding trotseert. . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/plankzeiler