polsen werkw. Uitspraak: [ ˈpɔlsə(n) ] Afbreekpatroon: pol·sen Vervoegingen: polste (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gepolst (volt.deelw.) aan iemand vragen hoe hij of zij over iets denkt Voorbeeld: 'voorzichtig polsen of de buren bezwaar zouden hebben tegen een hoge schutting' Synoniemen: loden peilen sonderen vademen 4 definiti... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/polsen
erachter proberen te komen hoe hij over iets denkt vb: wil jij eens polsen of mijnheer Kreb soms voorzitter wil worden? Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=polsen