de polyglot zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: po·ly·glot Verbuigingen: polyglotten (meerv.) Verbuigingen: polyglotje (verkleinwoord) iemand die veel talen goed kent Voorbeeld: 'Hij is een echte polyglot.' . 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/polyglot
veeltalig - Woordfeit: Het Nederlands heeft polyglot uit het Frans geleend, maar oorspronkelijk is het een Grieks woord: poluglottos `met veel talen, met veel geluiden, veeltalig`. Dit woord is samengesteld uit polus `veel` en glotta `tong, tongval, taal`. Polyglot komt overigens ook als zelfstandig naamwoord voor... Gevonden op https://onzetaal.nl/nieuws-en-dossiers/nieuwsbrieven/woordpost/woordpostarc