presteren werkw. Uitspraak: [ prɛsˈterə(n) ] Afbreekpatroon: pres·te·ren Vervoegingen: presteerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gepresteerd (volt.deelw.) (iets) doen Voorbeeld: 'In de loop van het seizoen ging ze steeds beter presteren op de 1500 meter.' Hij heeft het gepresteerd om... (<commentaar op iets onbehoorlijks da...
1) Afleggen 2) Betaling van schuld 3) Bewijzen 4) Doen 5) Fietsen 6) Goed voor de dag komen 7) Heel goed doen 8) Klaarspelen 9) Leveren 10) Maken 11) Opbrengen 12) Tot stand brengen 13) Uitvoeren 14) Verrichten 15) Verschaffen 1) Bewijzen 2) Leveren 3) Nakomen 4) Opbrengen 5) Verrichten 6) Vervullen 7) Vlammen 
tot stand brengen (toon de herkomst via de etymologiebank)
voldoen aan overeengekomen verplichtingen
tot stand brengen
Voldoen aan overeengekomen verplichtingen.
Presteren is voldoen aan de overeengekomen verplichtingen. 
Het verrichten van een prestatie.
overeenkomstenrecht: hetgeen in het kader van een overeenkomst moet worden ~. ...