de prinses zelfst.naamw. (v.) Afbreekpatroon: prin·ses Verbuigingen: prinsessen (meerv.) Verbuigingen: prinsesje (verkleinwoord) 1) de hoogste adellijke titel van een vrouw of meisje 2) de laagste koninklijke titel van een vrouw of meisje Voorbeeld: 'Als Amalia, de prinses van Oranje, over vijf jaar achttien wordt, ...
1) Adellijk persoon 2) Adellijke titel 3) Dame 4) Dochter van een koning 5) Dochter van een vorst 6) Edelvrouw 7) Iemand van adel 8) Koningsdochter 9) Koningskind 10) Persoon uit de adelstand 11) Prinsessenboon 12) Sprookjesfiguur 13) Titel van een koningsdochter 14) Vorstenkind 15) Vorstentelg 16) Vrucht 1) Dame 2) Edelvrouw 3) Koningsdochter 4) Vrouw 
vrouw van een prins, koningsdochter (toon de herkomst via de etymologiebank)
dochter van koning of koningin vb: de prinses verscheen met haar hofdame
•de hoogste adellijke titel van een vrouw of meisje. •de laagste koninklijke titel van een vrouw of meisje.
vrouw van een prins, koningsdochter
vrouw van een prins, koningsdochter
Verwijst naar een vrouwelijke vorst of heerser. Kan ook verwijzen naar bepaalde vrouwelijke leden van koninklijke families, gewoonlijk de vrouwen van prinsen of de dochters en kleindochters van vorsten