proseliet zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: pro·se·liet Verbuigingen: proselieten (meerv.) Verbuigingen: proselietje (verkleinwoord) 1) iemand die kort geleden tot een geloof is overgegaan Voorbeeld: '(...) en vlucht met zijn dochters weg onderzee...' 2) geer, geer tsedek 3) iemand die kort geleden aan...
1) Aannemeling 2) Bekeerde 3) Bekeerling 4) Nieuw bekeerde 5) Nieuwbekeerde 6) Renegaat 1) Bekeerde 2) Bekeerling 3) Nieuwbekeerde 4) Renegaat 
Let op: Spelling van 1858 een nieuwbekeerde; hij, die van geloof verandert. Proselitenmaker, een geloofswerver. Proselitenmakerij, proselietismus, geloofswerverij, bekeeringszucht, de zucht, om nieuwe aanhangers van zijne godsdienst te maken
nieuwbekeerde (toon de herkomst via de etymologiebank)
Proselieten of Jodengenoten zijn heidenen die zich hebben bekeerd tot de Joodse godsdienst en lid van het volk Israël geworden zijn.
nieuwbekeerde
[overige begrippen godsdiensten] (Grieks: erbij gekomen) Bekeerling. Aanvankelijk degenen die hun vroegere godsdienst verlieten en volledig tot het Jodendom overgingen. Heeft nu een bredere betekenis en is een bekeerling ook iemand die van bijvoorbeeld politieke overtuiging is veranderd. Procelitisme is het streven mensen vo...
Proselieten of Jodengenoten zijn heidenen die zich hebben bekeerd tot de Joodse godsdienst en lid van het volk Israël geworden zijn.