punctueel bijv.naamw. Uitspraak: [ pʏnkty'wel ] Afbreekpatroon: punc·tu·eel altijd op tijd en zeer nauwgezet Voorbeeld: 'De treinen rijden vandaag uitzonderlijk punctueel.' Synoniemen: accuraat exact juist minutieus nauwgezet nauwkeurig precies prompt scherp secuur stipt strikt 2 definities...
1) Accuraat 2) Bijwoord 3) Exact 4) Juist 5) Minutieus 6) Nauwgezet 7) Nauwkeurig 8) Nauwlettend 9) Netjes 10) Precies 11) Prompt 12) Scherp 13) Secuur 14) Stipt 15) Strikt 16) Zeer nauwkeurig 17) Zeer precies 18) Zorgvuldig op tijd 1) Accuraat 2) Exact 3) Juist 4) Minutieus 5) Nauwgezet 6) Nauwkeurig 7) Precies 8) Prompt 9) Scherp 10) Secuur 11) Stipt 12) Strikt 
stipt (toon de herkomst via de etymologiebank)
stipt