
razen en mompelen, pruttelen, knorren - Voorbeeld: ‘
De pikkers kwamen half bedronken terug bij benden en zij bralden woest hun leute uit; zij vielen neêr op hun stro en raasrulden nog wat bij hun eigen tot ze geweldig aan 't snorken gingen’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0020.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.