de radix zelfst.naamw. (m.) 1) wortel uit een getal 2) grondgetal van talstelsel 3) kleinste betekenisvolle eenheid in een taal 
1) Wortel 2) Wortel (Latijn) 3) Wortelgetal 4) Wiskundige term 5) Wortelwoord 6) Geboortehoroscoop 
Let op: Spelling van 1858 Lat., een wortel; in de rekenkunst, een wortelgetal, ieder hoofdgetal, dat verkregen wordt, als men een getal met zich zelf vermenigvuldigt; in de spraakkunst, het stam- of wortelwoord, waaruit andere woorden ontstaan zijn
wortel
wortel
wortel uit een getal (toon de herkomst via de etymologiebank)
Het woord 'radix' komt uit het Latijn en betekent letterlijk 'wortel'.
Het gedeelte van een gebitselement dat zich in de kaak bevindt. Wordt ook wortel genoemd.