
1.rechtop, overeind trekken Voorbeeld: ‘
Een schok die heel zijn lijf doordaverde, snakte hem recht en sloeg hem uit al dat vreemde, weer in de gewone wereld’ 2.zich -: rechtop gaan zitten, liggen, zich rechtstrekken Voorbeeld: ‘
Zeen snakte zich recht, stak de handen onder 't deksel en wroetelde - dan bleef hij liggen (ibid. 190)Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0020.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.