de reder zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'redər ] Afbreekpatroon: re·der Verbuigingen: reders (meerv.) iemand die schepen bezit en geld verdient door er mensen of goederen mee te vervoeren Synoniemen: bedrijver 
1) Bevrachter 2) Iemand die schepen uitrust 3) Werkman in een textielfabriek 4) Scheepsbevrachter 5) Scheepvaartondernemer 6) Beroep 7) Scheepsbezitter 8) Scheepsuitruster 9) Scheepseigenaar 10) Iemand die schepen uitrust en in de vaart brengt 11) Exploitant van schepen 12) Bedrijver 13) Scheepsondernemer 
scheepvaartondernemer, leider van een rederij (Winchester 2003)
iemand die schepen uitrust en in de vaart brengt (toon de herkomst via de etymologiebank)
iemand die een aantal schepen bezig vb: een reder verdient geld met het vervoer van goederen of mensen
• [scheepvaart] eigenaar van een schip.
Def.: degene die één of meer schepen exploiteert.
scheepsexploitant
Een eigenaar van schepen.
Degene die één of meer schepen exploiteert.
zeerecht: eigenaar van een zeeschip. ...