Let op: Spelling van 1858 drukt uit, dat een predicaat aan het subject noodzakelijk; specificatief daarentegen, dat het daaraan slechts toevallig toekomt. ‘De koning van Zweden heeft in Upsal te bevelen,’ is een voorbeeld van het eerste, en ‘de student is schilder,’ een voorbeeld van het laatste...
Gevonden op
http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/
Geen exacte overeenkomst gevonden.