de reformateur zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: re·for·ma·teur Verbuigingen: reformateurs (meerv.) Verbuigingen: reformateurtje (verkleinwoord) 1) iemand die reformeert, een hervormer 2) bepaalde godsdienstige protestanten in de 17e eeuw die braken met de Rooms-Katholieke Kerk Voorbeeld: 'De nadere reformateurs ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/reformateur