
de reisapotheek zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'rɛisapotek ] Afbreekpatroon: reis·apo·theek
kleine hoeveelheid medicijnen die je meeneemt op reis Voorbeeld: 'een reisapotheek meenemen als je op vakantie gaat naar een ver land'
Gevonden op
https://woorden.org/woord/reisapotheek

1) Farmacotheek 2) Tas met medicamenten die men op reis meeneemt 3) Medicijntrommel voor onderweg
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Reisapotheek/1

verzameling geneesmiddelen die men als basisvoorziening mee op reis neemt
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/reisapotheek

Bloedgroepgegevens Geneesmiddelenpaspoort Medisch paspoort Vaccinatiepaspoort (gele boekje)
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10838

Een 'reisapotheek' is een compacte voorraad eenvoudige verbandmiddelen en zelfzorgmedicijnen die tijdens reizen en (buitenlandse) vakanties nuttig kunnen zijn om bij de hand te hebben. Men is dan niet direct aangewezen op de lokale apotheek of drogisterij, vooral wanneer men in een land verblijft waarvan men de taal niet machtig is.
Gevonden op
https://nl.wikipedia.org/wiki/Reisapotheek

Tas of kistje met enige van de meest gebruikelijke geneesmiddelen die men op reis meeneemt
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/11605
Geen exacte overeenkomst gevonden.