het reisplan zelfst.naamw. Afbreekpatroon: reis·plan 1) het plan om op reis te gaan Voorbeeld: 'Ik heb geen reisplannen voor het komende jaar.' 2) het plan van de voorgenomen reis Voorbeeld: 'Volgens het reisplan komen we de derde dag van de vakantie aan op onze reisbestemming.' . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/reisplan