relateren werkw. Uitspraak: [ rəla'terə(n) ] Afbreekpatroon: re·la·te·ren Vervoegingen: relateerde (verl.tijd ) Vervoegingen: heeft gerelateerd (volt.deelw.) iets in verband brengen met iets anders Voorbeelden: 'crimineel gedrag bij jongeren relateren aan een slechte opvoeding' , 'knelpunten in de zorg gerelateerd aan de uitbraak van h... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/relateren
ermee te maken hebben, ermee in verband staan vb: ziekteverzuim is gerelateerd aan werkplezier Synoniem: samenhangen Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=relateren