[Let op: Spelling en uitleg uit 1920] scil.
pecuniae, gelden, die wederrechtelijk, b. v. door afpersing, verkregen waren en waarvan dus de teruggaaf geëischt moest worden. In het bijzonder was
crimen repetundarum de beschuldiging van afpersing en knevelarij, tegen den stadhouder eener provincie ingebracht. V...
Gevonden op
https://gutenberg.org/cache/epub/34955/pg34955-images.phpl
Geen exacte overeenkomst gevonden.