ridderen werkw. Uitspraak: [ 'rɪdərə(n) ] Afbreekpatroon: rid·de·ren Vervoegingen: ridderde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geridderd (volt.deelw.) iemand officieel tot ridder benoemen/slaan Voorbeelden: 'De moedige krijger werd geridderd en kreeg de toestemming van de koning om met de prinses te trouwen.' , 'Vorig jaar werd mi... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ridderen
1) iemand tot ridder slaan 2) iemand in een ridderorde opnemen; iemand een ridderlijke onderscheiding geven Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/ridderen