
uitdr.: Voorbeeld: ‘
van rifken naar rafken lopen’: overal rondlopen, van hier naar ginder (Lo: rijfken, rafken) - Voorbeeld: ‘
Degenen die er bij te winnen of te verliezen hadden, bleven gissingen maken, liepen van rifken naar rafken op inlichtingen uit’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0020.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.