
de rijder zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'rɛidər ] Afbreekpatroon: rij·der Verbuigingen: rijders (meerv.) de rijd - ster zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'rɛit - stər ] Afbreekpatroon: rij·der Verbuigingen: rijdsters (meerv.)
iemand die rijdt, met een voertuig, op een paard of op schaatsen Voorbeeld: 'een voorzichtige en verantwoordelijke...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/rijder

1) Autocoureur 2) Oude Nederlandse munt 3) Opname met een rijdende camera 4) Chauffeur 5) Oude munt 6) Jockey 7) Schaatser 8) Paardrijder 9) Munt 10) Iemand die rijdt 11) Voerman 12) Ruiter 13) Koetsier
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Rijder/1
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] muntstuk zo genoemd naar den
ruiter, die er op prijkte. Men had zilveren rijders of ducatons van 3 gulden 3 stuivers, en enkele en halve gouden rijders van 14 gulden en de helft. Gouden rijders bestonden reeds sedert hertog Filips den Goede (1419-67).
Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0022.php
Let op: Spelling van 1858 gouden rijder, Nederlandsche gouden munt, ter waarde van ruim 14 gulden
Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/

[I] gouden munt met ruiter erop [II] mannetjeshaas
Gevonden op
https://uitleenwoordenbank.ivdnt.org/index.php/uitleen/zoek_gecombineerd_ca
Geen exacte overeenkomst gevonden.