de rijweg zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'rɛiwɛx ] Afbreekpatroon: rij·weg Verbuigingen: rijwegen (meerv.) gedeelte van een weg dat bedoeld is voor gemotoriseerd verkeer Voorbeelden: 'een verharde rijweg' , 'Voetgangers moesten hier een stukje over de rijweg lopen.' Synoniemen: baan rijbaan rijstrook straat weg 3 definities...
1) Aangelegde weg 2) Baan 3) Baan voor voertuigen 4) Rijbaan 5) Rijstrook 6) Straat 7) Vaarweg 8) Verkeersader 9) Verkeersterm 10) Wagenweg 11) Weg 1) Baan 2) Middenstraat 3) Oprijlaan 4) Rijbaan 5) Rijstrook 6) Snelweg 7) Straat 
weg om met de auto op te rijden vb: je mag met je brommer tegenwoordig op de rijweg
•een weg die bestemd is om bereden te worden.