een kring, cirkel vormen, op, met een kring overschilderd zijn - Voorbeeld: ‘Nu bleven zijn ogen haperen aan een prachtig oliekopke. 't Lag gedoken maar 't blonk zo smakelijk en 't was schoon bruin geringeld aan de boord’ - Voorbeeld: ‘Het was een gezapige, verstandige geit met bruin en blauw geringelde, dofgouden glanzende ogen in... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0020.php