roffelen werkw. Uitspraak: [ 'rɔfələ(n) ] Afbreekpatroon: rof·fe·len Vervoegingen: roffelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geroffeld (volt.deelw.) op een trommel slaan of een trommelend geluid maken Voorbeeld: 'op een trommel roffelen' Synoniem: trommelen Synoniemen: trommelen 4 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/roffelen