
ronddolen, ronddwalen, rondsukkelen - Voorbeeld: ‘
Sedert die tijd hebt gij in de wereld rondgedompeld, hebt gij te strijden gehad en zijt misschien gevallen, meer dan eens bezweken’ - Voorbeeld: ‘
O, z'had Ghielen daar zien ronddompelen, heel wit besneeuwd lijk een vriezeman, vechtend tegen de koude, zonder dat hij zijn weg kon vind...Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0020.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.