de ruiten zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ˈrœytə(n) ] Afbreekpatroon: rui·ten vorm waarmee een van de vier 'kleuren' in het kaartspel wordt onderscheiden Voorbeeld: 'ruitenvier' Antoniemen: schoppen, harten, klaver, Synoniemen: harten (antoniem) klaver (antoniem) schoppen (antoniem) Spreekwoorden en zegswijzen • Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ruiten
1) Bridgeterm 2) Carreau 3) Deel van een kaartspel 4) Een van de vier figuren van een speelkaart 5) Figuur uit het kaartspel 6) Kaart 7) Kaartfiguur 8) Kaartkleur 9) Kaartsymbool 10) Kaartterm 11) Kleur van het kaartspel 12) Nederlandse sopraan 13) Plunderen 14) Ramen 15) Speelkaart 16) Speelkaartkleur Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Ruiten/1
spreken over - Voorbeeld: ‘De eerste keer dat Manse over Lander aan 't lamenteren ging, stopte hij haar de mond met een roestige snauw: dat hij er niet meer van horen wilde! dat ze 't hart niet voeren mocht Landers naam nog uit te spreken of over 't geval te ruiten’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0020.php