ratelen, rammelen - Voorbeeld: ‘De boer wandelde verder langs zijn klaverdriesen, naar de uitgestrekte tarwevelden en daar ook lag alles platgeslagen door de wind, geboet door regen en hagel die er op gerutteld had’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0020.php