statisch bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈstatis ] Afbreekpatroon: sta·tisch 1) als iets een elektrische spanning heeft zonder dat er stroom loopt Voorbeelden: 'statische elektriciteit' , 'Statisch haar gaat rechtop staan en je kunt het bijna niet kammen.' 2) als iets niet in beweging is of niet te veranderen is Voorbeeld...
1) Beweging 2) Bezonken 3) Blijvend 4) Het evenwicht betreffend 5) Immobiel 6) In evenwicht 7) Niet beweeglijk 8) Niet bewegend 9) Niet veranderd 10) Onbeweeglijk 11) Onbewogen 12) Onveranderlijk 13) Rustig 14) Stilstaand 15) Tegenovergestelde van dynamisch 1) Braak 2) Immobiel 3) Onbewerkt 4) Stabiel 5) Stilstaand 
Zich in evenwicht bevindend, rustig, niet beweeglijk of bewogen. 
in evenwicht; niet beweeglijk (toon de herkomst via de etymologiebank)
Niet bewegend; zonder de suggestie van beweging; in tegenstelling tot dynamisch
niet beweeglijk
niet beweeglijk
evenwichtig, met betrekking tot het evenwicht of tot de statica (bepaalde geneesmiddelengroep) behorend
bewegingloos.
Iets dat in evenwicht, onbeweeglijk, gelijkblijvend is.
rechtswetenschap: hetgeen niet is beweging is. Bijv. het sociale recht is geen ~ rechtsgebied, maar is voortdurend in beweging. ...