het scheepsvolk zelfst.naamw. Afbreekpatroon: scheeps·volk Verbuigingen: scheepsvolkeren<br>scheepsvolken (meerv.) de bemanning van een schip . Synoniemen: bemanning 3 definities
1) Bemanning 2) Crew 3) Scheepslieden 4) Zeelieden 5) Zeelui 1) Bemanning 2) Janmaat 3) Scheepsbemanning 4) Scheepslieden 5) Zeelieden 6) Zeelui 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Scheepsvolk``] Gelijkluidend met bemanning, equipage
1> algemene benaming voor al het volk dat aan boord van schepen zijn woonplaats heeft. In de binnenvaart meestal schippersvolk genoemd. 2> de bemanning van een vaartuig. Afgeleid uit artikel 16 Algemeen reglement van Policie voor het Zederikkanaal 1856.