schijtluis zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: schijt·luis Verbuigingen: schijtluizen (meerv.) Verbuigingen: schijtluisje (verkleinwoord) , iemand die geen moed heeft Voorbeeld: 'Wat ben ik af en toe toch een schijtluis.' . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/schijtluis