schorsen werkw. Uitspraak: [ ˈsxɔrsə(n) ] Afbreekpatroon: schor·sen Vervoegingen: schorste (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geschorst (volt.deelw.) 1) (iemand) tijdelijk verbieden om zijn of haar werk te doen Voorbeeld: 'voor drie dagen geschorst van school' 2) (een vergadering of rechtszitting) tijdelijk onde... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/schorsen