de schorsing zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ 'sxɔrsɪŋ ] Afbreekpatroon: schor·sing Verbuigingen: schorsingen (meerv.) 1) beslissing dat iemand is geschorst (1) Voorbeelden: 'een voorlopige schorsing' , 'een schorsing van twee (voetbal)wedstrijden' 2) periode dat er wordt geschorst (2) Voorbeeld: 'een schorsing va...
1) Interdict 2) Interdictie 3) Onderbreking 4) Opschorting 5) Pauze 6) Posponering 7) Royement 8) Stagnatie 9) Stopping 10) Stremming 11) Suspensie 12) Uitstel 13) Verdaging 14) Verschuiving 1) Interdict 2) Onderbreking 3) Onderbreking van vergadering 4) Ontbinding 5) Ontzetting uit een ambt 6) Opschorting 7) Suspensie 8) Tijdelijke dienstontzegging 9) Tijdelijke onderbreking 10) Tijdelijke opheffing van een vonnis 11) Tijdelijke uitsluiting 12) Uitsluiting van deelname 13) Uitstel 14) Verdaging 
uitstel, opschorting, staking (van betalingen)
Iemand wordt vrijgelaten uit de gevangenis, maar moet nog wel een keer naar de rechtbank om te horen welke straf hij/zij krijgt. Bij de schorsing gelden meestal voorwaarden waar je je aan moet houden. Als je je er niet aan houdt, moet je naar de gevangenis.
Een disciplinaire maatregel waarbij een persoon gedurende een bepaalde tijd en onder nader te bepalen voorwaarden geen toegang heeft tot processen en locaties.
burgerlijk procesrecht: tijdelijke onderbreking; voorlopig of tijdelijk verbod om ambt waar te nemen. ...
Tijdelijk intrekken van de scope van een accreditatie
Zie op non-actief stellen.