de sisklank zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: sis·klank Verbuigingen: sisklanken (meerv.) Verbuigingen: sisklankje (verkleinwoord) een medeklinker die geproduceerd wordt met een gedeeltelijke obstructie ergens in het spraakkanaal Voorbeeld: 'In het Nederlands worden stemhebbende sisklanken, net als stemhebbende plofklanken, aan het eind v...
1) Geluid van een slang 2) Medeklinker 3) Sibilant 4) Sissende spraakklank 5) Spraakklank 6) Taalkundige term 1) Sibilant 
• [taalkunde] een medeklinker die geproduceerd wordt met een gedeeltelijke obstructie ergens in het spraakkanaal.
De `s` en de `z` zijn de sisklanken in het Nederlands