de skelter zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'skɛltər ] Afbreekpatroon: skel·ter Verbuigingen: skelters (meerv.) 1) laag en open wagentje met vier wielen en pedalen (voor kinderen) Voorbeeld: 'met een skelter over de dijk rijden' 2) laag en open wagentje met vier wielen en een motor om mee te racen Voorbeeld: 'skelt... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/skelter