de slede zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'sledə ] Afbreekpatroon: sle·de Verbuigingen: sledes, sleden (meerv.) voorwerp waarmee je over sneeuw of ijs kunt glijden Voorbeeld: 'sledehond' Synoniem: slee (1) Synoniemen: ar slee 4 definities...
1) Ar 2) Arre 3) Arrenslee 4) Arágon 5) Bakslee 6) Bob 7) Slee 8) Tobogan 9) IJsslee 1) Ar 2) Artikel voor de ijssport 3) Bob 4) Getrokken voertuig 5) Glijdend onderstel 6) Glijmiddel 7) Glijvoertijg 8) Glijvoertuig 9) IJsstoel 10) Slee 11) Transportmiddel 12) Vervoermiddel 13) Vervoersmiddel 14) Voertuig 15) Voertuig op het ijs 16) Voertuig zonder wielen 17) Wielloos voertuig 18) Winters voertuig 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Slede``] 1o. Caronnadeslede. Zie Affuiten. 2o. Het transport van bagaadje, vuurmonden enz. zal over sneeuwbergen en ijsvlakten op sleden in plaats van op voertuigen plaats hebben
glijdend voertuig (toon de herkomst via de etymologiebank)
(slede - slee) voertuig op ribben
1> onderdeel van een sleephelling. Een zware balk, waarop het schip met de kiel rust, die met behulp van een zware takel, door een goot, naar boven getrokken wordt. Ook bekend als slee of sleep. 2> aantal op enige afstand van elkaar geplaatste sledebalken waarop een nieuw gebouwd schip geplaatst wordt, wanneer het over het werfterrein verpl...