
Spanjaard zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'spɑɲart ] Afbreekpatroon: Span·jaard Verbuigingen: Spanjaarden (meerv.) Spaanse zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'spansə ] Afbreekpatroon: Span·jaard Verbuigingen: Spaanses (meerv.)
iemand met de Spaanse nationaliteit Gevonden op
https://woorden.org/woord/Spanjaard

1) Spaanse man 2) Iberiër 3) Inwoner van spanje 4) Inwoner van Europa 5) Spanjool 6) Inwoner van een romaans land 7) Bewoner van Zuid-Europa 8) Bewoner van Spanje 9) Nederlandse dirigent
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Spanjaard/1

• [demoniem] een inwoner van Spanje, of iemand afkomstig uit Spanje.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/Spanjaard
Geen exacte overeenkomst gevonden.