spatel zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: spa·tel Verbuigingen: spatels (meerv.) Verbuigingen: spateltje (verkleinwoord) 1) , spaan, lepel e.d. met plat, bot uiteinde om mee te smeren, schrapen, roeren enz. 2) platte reep van hout of metaal om bepaalde vormen van lichamelijk onderzoek te verrichten . 5 definities......
1) Boetseerhoutje 2) Gereedschap 3) Gereedschap om mee te smeren 4) Keukengerei 5) Medisch hulpmiddel 6) Medisch instrument 7) Metselaarsgereedschap 8) Modelleerhoutje 9) Opstrijkmes 10) Paletmes 11) Pleisterstrijker 12) Schildersmes 13) Spaan 14) Staaflepel 15) Strijkhoutje 16) Strijkmes 17) Strijkmes voor zalf 1) Paletmes 2) Spaan 3) Strijkmes 4) Strijkspaan 5) Tempermes 6) Zalfmes 7) Zalfspaan 
Let op: Spelling van 1858 Spadel, bij de Apothekers een strijkmes voor pleisters enz.; bij de schilders, het tempermes
zalfspaan, strijkspaan (toon de herkomst via de etymologiebank)
strijkmes: zie plamuren en het artikel Schilderen - verven of beitsen van hout.
platte lepel
(spatel / inktspatel) Werktuig dat gebruikt wordt voor het mengen van inkt (en voor het in de inktbak overbrengen van die inkt). (zie ook: inktmes)
Mengspatel. Instrument om mee te mengen. Spatels worden gebruikt voor het mengen van alginaat en glasionomeer met water of de beide componenten van een adhesief. Er bestaat ook een tongspatel, een houten spatel waarmee de tong kan worden weggehouden.