spijkeren werkw. Afbreekpatroon: spij·ke·ren Verbuigingen: spijkerde Vervoegingen: gespijkerd (volt.deelw.) 1) bevestigen door middel van spijkers Voorbeeld: 'Het was niet kant-en-klaar, dus hij moest het helemaal zelf in elkaar spijkeren.' 2) enz. 3) tweede betekenisomschrijving. Voorbeeld: 'Zin me... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/spijkeren