
de sporthal zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'spɔrthɑl ] Afbreekpatroon: sport·hal Verbuigingen: sporthallen (meerv.)
zeer grote overdekte ruimte voor binnensporten Voorbeeld: 'de gemeentelijke sporthal' 4 definities...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/sporthal

1) Gebouw voor binnensport 2) Gebouw voor sport 3) Grote sportzaal 4) Gymzaal 5) Plek voor een balsport 6) Sportaccommodatie 7) Sportpaleis 8) Sportplaats 9) Voor zaalsporten ingerichte hal
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Sporthal/1

gebouw dat dient als accommodatie voor de beoefening van uiteenliopende sporten, voornamelijk teamsporten in zaal zoals basketbal en volleybal
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/sporthal

Hal waarin kan worden gesport.
Gevonden op
https://catalogus.kadaster.nl/brt/nl/index
[tramhalte] - Sporthal is een tramhalte die deel uitmaakt van het Antwerpse tramnetwerk. De halte ligt in de Blancefloerlaan op de Linkeroever buiten het centrum van Linkeroever. De naam is simpelweg afgeleid van de nabijgelegen sporthal die zich aan de zuidkant van de laan bevindt. In september 1990 werd de halte in gebruik...
Gevonden op
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sporthal_(tramhalte)

Wordt gebruikt voor gebouwen die afgezette en ononderbroken ruimten bieden die zijn aan te passen voor verschillende gymnastiek- en recreatieactiviteiten zoals bijvoorbeeld baansporten en basketbal; vaak geplaatst op of bij sportvelden
Gevonden op
https://www.ksart.nl/term/sporthal
Geen exacte overeenkomst gevonden.