de sprinkhaan zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'sprɪŋkhan ] Afbreekpatroon: sprink·haan Verbuigingen: sprinkhanen (meerv.) groen insect met lange achterpoten dat heel goed kan springen Voorbeeld: 'Sprinkhanen vreten alles kaal.' magere sprinkhaan (mager persoon) 'na de vakantie niet bepaald als magere sprinkhanen thuiskomen' 7 definities....
1) Cicade 2) Grashopper 3) Krekel 4) Spooksprinkhaan 1) Dier 2) Hooiwipper 3) Insect 4) Lang mager mens 5) Mager persoon 6) Opspringend insect 7) Orthoptera 8) Rechtvleugelig insect 9) Schadelijk insect 10) Schraal mens 11) Springend insect 12) Tropisch insect 13) Vaak biddend insect 14) Walang 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Sprinkhaan``] Eene ijzeren affuit voor sein- of saluutschoten op dijkposten, maar niet voor ernstig gebruik geschikt
De sprinkhaan behoort tot de groep rechtvleugelige insecten en heeft zes poten. Dankzij de krachtige spieren in zijn achterpoten kan hij heel ver springen. Er zijn ongeveer 9.000 verschillende soorten sprinkhanen ter wereld. De grootste sprinkhaan is meer dan 25 centimeter lang, de kleinste sprinkhaan is maar zes millimeter. Sprinkhanen die tussen ...
insect met lange achterpoten waarmee hij ver kan springen vb: die avond hoorden we het getjilp van de sprinkhaan
insect uit de groep van rechtvleugeligen (Orthoptera) dat meestal groen van kleur is, ver kan springen met zijn goed ontwikkelde achterpoten en dat een tsjirpend geluid kan maken door een achterpoot over de vleugel te wrijven
• [dierkunde] een insect van de Orthoptera-orde, de meeste produceren geluid door de vleugels langs de achterpoten te wrijven, zij kunnen zeer ver springen.
insect
insect