spullen zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈspʏlə(n) ] Afbreekpatroon: spul·len dingen Voorbeelden: 'na het sporten je spullen opruimen' , 'je spullen voor een reis bij elkaar zoeken' Zie ook: spul Synoniemen: bedoening boel bundel dingen goedje kleding waar zaakjes zaken 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/spullen