
beklijven, aanwinnen, groot worden, toenemen, groeien - Voorbeeld: ‘
Zij beweerden: dat de kerstgang naar behoren gevierd moest worden, wilde het kindje goed steiten’ - Voorbeeld: ‘
Laat het nog veertien dagen schoon weer, en Vermeulens vlas zal ook wel steiten’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0021.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.