het stekelvarken zelfst.naamw. Afbreekpatroon: ste·kel·var·ken Verbuigingen: stekelvarkens (meerv.) Verbuigingen: stekelvarkentje (verkleinwoord) 1) een ''gewoon stekelvarken'' een groot knaagdier met een stekelige vacht Voorbeeld: 'In de dierentuin zijn zeker stekelvarkens te vinden.' 2) een knaagdier behorend tot de...
1) Borsteldier 2) Borstelig zoogdier 3) Dier 4) Dier met stekels 5) Egel 6) Egelvarken 7) Knaagdier 8) Plant 9) Stekelhuidig dier 10) Welk dier met lange puntige uitsteeksels is familie van de cavia? 11) Zoogdier 12) Zwijnegel 1) Egelvarken 2) Stekelzwijn 3) Zwijnegel 
knaagdier (toon de herkomst via de etymologiebank)
1) zoogdier uit de orde van de knaagdieren dat vooral in Noord-Afrika voorkomt en dat vooral herkenbaar is aan de lange, scherpe, zwart-witte stekels op de bovenzijde van het lichaam en aan de lange, stekelharige kuif op hoofd en schouders 2) klein inheems zoogdier, dat op de rugzijde met scherpe, bruingrijze stekels bezet is en dat ...
• [dierkunde] , [zoogdier] , [knaagdier] een groot knaagdier met een stekelige vacht.
knaagdier
populaire benaming voor een licht soort betonnen V.I.S.-kazemat (S-type), voorzien van drie of meer schietgaten met overlappende schootsvelden Stekelvarken
Let op: Spelling van 1914 Zie COENDU.