stileren werkw. Uitspraak: [ sti'lerə(n) ] Afbreekpatroon: sti·le·ren Vervoegingen: stileerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gestileerd (volt.deelw.) 1) in een mooie vorm brengen Voorbeeld: 'je haar stileren' 2) vereenvoudigd maar karakteristiek afbeelden Voorbeeld: 'een jurk met gestileerde bloemen' Syno...
1) In goede stijl opzetten 2) In model brengen 3) In stijlvorm brengen 4) In vorm brengen 5) In zuivere vorm brengen 6) Modelleren 7) Stijl geven aan 8) Tekenterm 1) Modelleren 2) Schrijven 3) Stellen 
in stijlvorm brengen (toon de herkomst via de etymologiebank)
Vormgeving in vereenvoudigde vormen
in stijlvorm brengen
in stijlvorm brengen
vereenvoudigen tot een karakteristieke vorm.