stofferen werkw. Uitspraak: [ stɔˈferə(n) ] Afbreekpatroon: stof·fe·ren Vervoegingen: stoffeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gestoffeerd (volt.deelw.) 1) (een meubel) met stof (1,1) bekleden Voorbeeld: 'je bank opnieuw laten stofferen' 2) (een huis) inrichten met vloerbedekking en gordijnen om het bewoon... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/stofferen