de stoofpeer zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'stofper ] Afbreekpatroon: stoof·peer Verbuigingen: stoofperen (meerv.) peer die je niet rauw kunt eten Voorbeelden: 'Stoof de peertjes langzaam gaar met wat kaneel en een scheutje rode wijn.' , 'een runderlapje met stoofpeertjes eten' 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/stoofpeer