klinisch bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈklinis ] Afbreekpatroon: kli·nisch als iets met een ziekenhuis te maken heeft Voorbeeld: 'klinisch onderzoek' klinisch dood (als je hart en ademhaling gestopt zijn maar je geest nog niet helemaal) 
1) Afstandelijk 2) Afstandelijk (minachtend) 3) Emotieloos 4) Zakelijk 5) Koel observerend 6) Koel obeserveren 7) Koel 8) Steriel 
m.b.t. een kliniek
Direct voor de arts (hulpverlener) zichtbaar, zonder hulponderzoek. Subklinisch is nog niet zichtbaar.
met betrekking tot de kliniek; alles wat te maken heeft met de patiënten die zijn opgenomen in een kliniek en daar worden behandeld en verpleegd
Engels:Clinical direct voor de arts (hulpverlener) zichtbaar
m.b.t. klachten en ziektetekenen
m.b.t. een kliniek (toon de herkomst via de etymologiebank)
Behandeling en-of onderzoek van een patiënt.
wat met een kliniek te maken heeft vb: de klinische praktijk is dat deze ziekte genezen kan worden
• [medisch] direct voor de arts (hulpverlener) zichtbaar.
m.b.t. klachten en ziektetekenen