
1.ruw, mokkend, pruilend, misselijk Voorbeeld: ‘
Van toen voort bemoeide hij zich niet meer in het gesprek en bleef alleen in zijn stoppige norsheid’ Voorbeeld: ‘
Nu ineens bracht de spijt weer haat en verbittering tegen de stoppige vent die zich overal als breekspel kwam stellen tussen hem en 't geluk zijner jeugd’: ongelikte b...
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0021.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.