de strik zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ strɪk ] Verbuigingen: strikken (meerv.) 1) twee lussen van touw of lint die aan elkaar geknoopt zitten Voorbeelden: 'een strik in je haar' , 'in plaats van een stropdas een strikje dragen' 2) apparaat om kleine dieren te vangen Voorbeeld: 'Het beeld van een konijn in de strik... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/strik
(accolade / strik) Typografisch teken waarmee verschillende woorden / regels met elkaar verbonden worden. Wordt ook gebruikt als ornament, als fileet bijvoorbeeld. Werden vroeger door de zetter gesneden uit een drukkende lijn van lettermetaal (= lijn op letterhoogte), zoals de gegoten randen van advertenties die niet als cliché werden aangeleverd,... Gevonden op https://www.de-proefpers.nl/graf/w/acc03.html