[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Rooms Katholiek),
geestelijke, die de vijfde wijding bekomen heeft, of de eerste grote wijding, namelijk het
subdiakonaat, waarnaar hij ook
sub-diaconus genoemd wordt; hij is onderdiaken; de daarop volgende rang is diaken.
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0023.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.